Toespraak bij de herdenking van de inzet van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade, door de burgemeester van de gemeente Overbetuwe, Patricia Hoytink-Roubos, op zaterdag 18 september 2021 te Driel.
Excellenties, Dames en heren,
Helaas zijn er vandaag geen Poolse veteranen aanwezig.
Wel hebben we in de persoon van de 92-jarige Pater (Arie) Linsen een ooggetuige in ons midden.
Pater Linsen, wat fijn dat u erbij bent en u straks namens de Drielse bevolking een bloemstuk legt bij het monument.
U was 16 jaar toen op donderdag 21 september 1944 de militairen van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade hier naar beneden kwamen.
Ik begreep dat het allemaal nog heel helder op uw netvlies staat.
Uiteindelijk moest u op zondag 24 september het dorp verlaten.
Het was gewoon te gevaarlijk geworden om nog te blijven.
Dat bleek ook wel toen op 25 september 1944 de Poolse parachutisten een zwarte dag beleefden.
Om twaalf uur ‘s middags kreeg het Poolse hoofdkwartier in Driel een schokkend bericht.
De ingesloten Britse troepen aan de overkant van de rivier zouden geëvacueerd worden.
De Polen moesten zich voorbereiden op het vertrek uit Driel en zich gereed houden voor ‘andere taken’.
Door het gebrek aan boten was het de dagen daarvoor maar enkele Poolse militairen gelukt om de rivier over te steken en de Britse linies te versterken.
Ze hadden hun stellingen in het zwaar beschadigde Driel weer ingenomen.
Sommige Polen waren nog aan het graven toen het ergste Duitse artilleriebombardement begon dat Driel zou meemaken.
Deze beschietingen zouden de hele dag aanhouden.
Zowel vanuit het noorden als het oosten gierden er onophoudelijk granaten richting Driel.
Steeds meer mannen werden gedood of gewond.
De granaatscherven drongen zelfs door tot het noodhospitaal in het parochiehuis, waar Cora Baltussen geraakt werd in haar hoofd, linkerschouder en zij.
Ze wist op een gegeven moment niet meer of al het bloed op haar kleren van haarzelf was of van de gewonden die zij, ondanks haar pijn, bleef verzorgen.
Met het verstrijken van de dag werd de situatie voor de Poolse militairen steeds wanhopiger.
Om aan het intense vuur te ontkomen, moesten ze zich een paar keer verplaatsen.
Het laatst naar posities bij de fabriek van Baltussen.
Hinderlijk was dat grondwater de eenmansgaten binnendrong.
Met takken of hooi op de bodem en daarover hun regencapes, probeerden de parachutisten zich droog te houden.
Ik kan mij voorstellen dat zij zich op dat moment afvroegen wat de zin van dit alles was.
Zij hadden gehoopt om ingezet te worden in de strijd om Warschau.
Maar ze werden hier in Driel gedropt met een onmogelijke opdracht.
De rivier oversteken en de Oosterbeekse linies versterken.
En na de oorlog werd hun inzet genegeerd.
Zo werd de Poolse Parachutistenbrigade in 1946 bijvoorbeeld niet uitgenodigd om mee te doen aan de grote overwinningsparade in Londen.
En Generaal-majoor Sosabowski werd in diskrediet gebracht.
Nu weten we dat de komst van de Poolse parachutisten een geweldige morele opsteker was voor de ingesloten para’s.
We weten nu ook dat zij vier dagen lang, hier in Driel, een bruggenhoofd vormden, waardoor vele geallieerden over de Neder-Rijn geëvacueerd konden worden.
En als we nog verder uitzoomen, dan kunnen we rustig stellen dat de inzet van deze Poolse militairen er mede voor gezorgd heeft dat wij nu al 77 jaar in vrijheid leven.
Een vrijheid waar de afgelopen decennia ook Nederlandse militairen voor hebben gestreden.
Hier in Driel wonen dertig veteranen.
Mannen en vrouwen die zich hebben ingezet in recente conflicten en oorlogen.
Bijvoorbeeld majoor Scheers.
Majoor Scheers is twee keer op missie geweest.
In 2010 naar Afghanistan en in 2016 naar Mali.
In Afghanistan was hij de commandant van een internationaal team dat in Uruzgan het kamp van Amerikaanse en Australische militairen moest bewaken en beveiligen.
In de vijf maanden dat hij daar zat, werd het kamp 36 keer beschoten met rakketten.
Meestal volgde na de eerste raket nog een tweede.
Majoor Scheers moest dan in korte tijd de alarmering verzorgen, de crisisteams aansturen en de brandweer en medische team in paraatheid brengen.
Onder grote druk moest hij in korte tijd beslissingen nemen.
Dan is er geen ruimte voor twijfel, angst of paniek.
Of, zoals majoor Scheers dat zelf zo mooi zegt – en ik citeer:
“Als je haren in brand staan, toch rustig genoeg blijven om je hoofd onder de kraan te steken.”
In Afghanistan kwam hij erachter dat hetgeen hij al die tijd geoefend had er ook uit kwam op de momenten dat het erop aankwam.
Dat maakt dat hij nog altijd positief op die missie terugkijkt.
Ook omdat hij het verschil kon maken voor zijn kameraden en de Afghaanse bevolking.
In dat jaar beëindigde Nederland haar bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan.
Wel leverde ons land daarna nog een kleinere bijdrage aan de missie Resolute Support.
In 2018 nam de Drielse kapitein Beeksma deel aan deze missie.
In dat jaar organiseerde de Afghaanse regering zelfstandig verkiezingen.
Voor het eerst in 35 jaar.
Hiervoor moest de verkiezingscommissie nauw samenwerken met het Afghaanse leger en politie om zo de veiligheid tijdens de verkiezingen te kunnen waarborgen.
Kapitein Beeksma droeg er mede aan bij dat deze samenwerking tot stand kwam.
Die verkiezingen in oktober 2018 verliepen rustiger dan verwacht.
En ondanks intimidatie door de Taliban stonden veel mensen uren in de rij voor een stemlokaal.
Zo graag wilden de Afghanen stemmen voor een democratisch land.
Dan is het heel wrang om te zien dat in een paar maanden tijd de situatie volledig is veranderd.
We hebben het allemaal met verbazing en ontzetting gevolgd.
En bij veel militairen komt misschien de vraag naar boven wat de zin van hun inzet was.
Zij hebben echter naar eer en geweten hun taak uitgevoerd.
Of, zoals Kapitein Beeksma mij dat vertelde:
“Als militair kan ik misschien wel vraagtekens hebben bij onze inzet, maar wat mij is opgedragen probeer ik zo goed mogelijk uit te voeren. Daarom heb ik toch het idee goed werk te hebben gedaan, al was het misschien maar plaatselijk en tijdelijk.”
Ik heb daar groot respect voor.
Net als voor de militairen van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade.
Zij gaven de Drielenaren hoop op betere tijden.
Zij vonden er vast wat van dat ze hier in Nederland werden ingezet.
Dat zij niet hun landgenoten in Warschau konden helpen.
Toch hebben zij het uiterste van zichzelf gegeven.
De Poolse militairen wilden – net zoals majoor Scheers dat zo mooi omschreef – een verschil maken, collega’s redden en de bevolking beschermen.
En zij waren bereid om daarvoor het hoogste offer te brengen.
Voor onze vrijheid.
Vandaag kijken we daar met het grootste respect en dankbaarheid op terug.
En laten we dat vooral ook blijven doen.
Dank u wel.