Geachte ambassadeur, geachte aanwezigen,
Ik voel me zeer vereerd met deze dag, dit moment en uw aanwezigheid hier.
Al blijft het vreemd voelen voor een relatief jonge journalist die zich bij het begin van dit verhaal geen moment heeft gerealiseerd welke gevolgen een reportage kan hebben.
Gevolgen als dit moment.
De ambassadeur vroeg aan me wie vandaag allemaal aanwezig zouden moeten zijn.
Naast mijn echtgenote en familie moeten dat de mensen moeten zijn die bij de totstandkoming van dit verhaal betrokken zijn geweest, is mijn overtuiging.
Ik noem:
Arno Baltussen, de neef van Cora Baltussen en voorzitter van het Comité Driel-Polen. Een man die me vanaf het prilste begin alle denkbare hulp heeft gegeven.
Michael Sosabowski, de kleinzoon van generaal Sosabowski, de man die van Koningin Beatrix de Bronzen Leeuw, een postuum eerbetoon aan zijn opa, kreeg uitgereikt. Michael, I’m very pleased with your presence here.
Malgorzata Bos-Karczewska, voorzitster van een organisatie van hoogopgeleide Polen in Nederland, een vrouw die me continu heeft gesteund en gemotiveerd.
Een niet bij naam te noemen persoon, een van de moedigste ambtenaren die ik ken. Een man die van onschatbare betekenis is geweest in het proces dat uiteindelijk naar onderscheiden heeft geleid.
Een afgevaardigende van het ministerie van Defensie. Defensie dat uiteindelijk besloot om alsnog de Polen te eren met de hoogste Nederlandse dapperheidonderscheidingen. Het heeft een lange aanloop gehad. Maar toen Den Haag om was, hebben ze de ceremonie en festiviteiten ook met veel toewijding en waardigheid verzorgd. Die dagen zijn kosten nog moeiten gespaard. Een groots gebaar.
Menno Mennes en Jan Smelik, cameraman en geluidsman, zij hebben ieder op hun manier een extre dimensie toegevoegd aan het verhaal. Absolute vakmensen.
Henk Valk, Jan van Benthem en Jan Kriek, mijn leidinggevenden en collega’s van het televisieprogramma Netwerk. Henk Valk en Jan van Benthem die de eindredactie voerden over het programma van de Polen en Sosabowski en langzamerhand emotioneel betrokken raakten met het onderwerp. En Jan Kriek, mijn hoofdredacteur. Kriek die tijd en geld beschikbaar stelt voor onderzoeksjournalistiek waaruit dit soort gebeurtenissen voort kunnen vloeien.
Niet te vergeten mijn vrouw Bertie: Dit soort verhalen houdt je dag en nacht bezig. Daar moet je tegen kunnen.
Een persoon ontbreekt vandaag: Cora Baltussen. Een vrouw die me nooit meer zal loslaten. Het interview met haar bezorgde niet alleen ons kippenvel, maar uiteindelijk ook vele televisiekijkers.
Naar mijn stellige overtuiging zou zij in mijn plaats vandaag onderscheiden moeten worden. Cora Baltussen overleed kort voordat we het goede nieuws vernamen “dat het door zou gaan”, het nieuws waar zij meer dan 60 jaar voor had gevochten en op had gewacht. Ze werd begraven op een dag dat heel Nederland plat lag vanwege het barre winterweer. Het zou gepast zijn geweest dat heel Nederland even stil lag als eerbetoon aan haar. Ze ging in relatieve stilte heen. Ik wil deze onderscheidingen dan ook aan haar opdragen.
Cora is het begin, het einde en de ziel van dit verhaal. Niet Prins Bernhard –hoe belangrijk zijn oproep op televisie ook was-, niet de politici Van Baalen en Timmermans –hoe belangrijk het ook is geweest dat onze reportage in de Tweede Kamer is gebracht-, niet ik –hoe cruciaal de reportage en de brief van Wilhelmina misschien ook geweest zijn-.
Cora is het begin van dit verhaal. Zij maakte de Polen mee tijdens de Slag om Arnhem, zij verzorgde de gewonden en doden. Zij vertelde hun verhaal hier in Nederland, ook al wilde niemand naar haar luisteren. Cora is het einde van dit verhaal: Als zij het verhaal niet had overgeleverd, waren de Polen in de Slag om Arnhem vergeten.
Cora is de ziel van dit verhaal. Daags na de ceremonie in Den Haag, vorig jaar mei, was er een herdenking in Driel. Het regende pijpenstelen. Een trieste aanblik. Aan het einde van de ceremonie deed Arno Baltussen een bescheiden voorstel om na afloop even bij het graf van Cora te kijken.
Het graf was niet ver van daar. Toen de ceremonie was afgelopen, ging de grote massa naar een zaal waar koffie en broodjes waren. Met uitzondering van de stokoude veteranen en hun echtgenotes. Ze strompelden naar de begraafplaats. Sommigen werden voortgeduwd. Ik nam een binnenweggetje en kon daarom vanaf een afstandje de Poolse veteranen zien naderen. Een voor een schuifelden ze naar de rand van Cora’s graf. Sommige huilden zachtjes, anderen deden een gebed, weer een ander bleef minutenlang voor zich uit staren en een laatste stak een kaarsje aan. Een prachtig en ontroerend moment dat op geen enkele manier beter was vast te leggen dan het zelf te ervaren. Deze Poolse veteranen, die in de afgelopen dagen van hot naar her waren gesleept, van emotie in emotie waren gevallen, sloten –misschien in totale verwarring- hun bezoek aan Nederland af met een bezoek aan Cora’s graf. Hun tweede moeder.
Ik heb Cora veel gesproken. Haar uitspraken blijven vastzitten in je geheugen. Prachtige one-liners. En telkens klopten de details, het bewijs voor mij hoe authentiek haar getuigenverslag is. Cora was uitzinnig van vreugde na onze uitzending, ze had hoop dat het toch nog goed zou komen. Dat er toch nog erkenning voor de Polen zou komen, en dat ze toch nog onderscheiden zouden worden. Maar naarmate de tijd vorderde, ebte die hoop weg. De laatste keer dat ik haar sprak, was ze verbitterd, en zelfs boos. Ze had voor zichzelf, zo leek, al besloten dat ze het niet meer hoefde mee te maken omdat het er toch wel niet van zou komen… We hopen dat ze van boven heeft meegekeken.
Hoewel ik vind dat deze erkenning Cora toekomt, ben ik vereerd om deze onderscheidingen te ontvangen. Erkenning voor mijn rol als journalist, is nooit een drijfveer geweest. Het ging me destijds om het dramatische verhaal, daarna om kost wat kost resultaat te halen en uiteindelijk telde niets anders dan “gerechtigheid” voor mannen die destijds hun leven waagden voor de bevrijding van Nederland. Want uiteindelijk raak je emotioneel betrokken met deze mensen, met hun land. En misschien was ik toen inderdaad wel activist in plaats van journalist, zoals een woordvoerder van het ministerie van Defensie me ooit beschuldige. Activisme voor gerechtigheid kan geen kwaad, lijkt me.
Ik wil de ambassadeur en de Poolse regering hartelijk bedanken voor deze erkenning. Ik ben er trots op. Maar tegelijk wil ik nederig zijn. Want als Cora nog had geleefd, dan had ik hier niet durven staan. Mijn bijdrage valt in het niet bij haar jarenlange strijd om hetzelfde. Zij heeft vele zware estafettes gelopen, ik heb in de laatste wedstrijd het stokje van haar overgenomen en –samen met anderen- de finish over gebracht. Niets meer.
Uiteindelijk blijven wij televisiemakers schilders. Portretten, landschappen, stil levens… Wij schilderen verhalen en tonen die aan het publiek. Maar “at the end of the day” gaat het niet om de makers, maar om het plaatje, het verhaal dus: en dat is het verhaal van de vergeten rol van de Polen in de Slag om Arnhem.
Ik wil u allen danken voor uw aanwezigheid. Daarnaast wil ik iedereen bedanken voor de hulp die ze me hebben gegeven tijdens het maken van de documentaire.
Gertjan Lassche