Gedicht
TROUW
Voor overleden en levende parachutisten
De jaren kun je niet verjagen. Hoewel wierook van het altaar daalde
Is de herinnering levend – een eenzame golfbreker van het verleden,
Bloemen verleppen, een zilte traan droogt uit op het gelaat,
Maar een parachute verwelkt en verbleekt niet zo eenvoudig.
Elke soldaat heeft recht op wonden en op roem,
Een dromend dichter omhult het verbond van de degen en het brood,
Slechts de parachutist ten strijde
Verbond de klompen aarde met de beloofde hemel.
We willen het lot niet beschuldigen van die bittere teleurstelling, Dat ze ons niet lieten terugkeren als trekvogels na de winter *1) –
De paden weken uiteen, en ook van de kortste weg verstomde de echo
Dat jullie die streden als eersten terug in Polen zouden zijn.
Een kwarteeuw. Hoewel deze geschiedenis de aandacht schuwt,
Haalt een bedevaartgangster zoals ieder jaar herinneringen op,
In Arnhem versiert een kinderhand de graven weer,
De bloemen stromen uit die kleine hand als genade.
Als een nieuwe september zich bij het verleden voegt,
Als de moederlijke klacht en kwelling volledig wegsterft –
Komen we altijd samen met onze brigade,
Bij het vaandel uit Warschau, waarvoor men knielt.
Tadeusz S. Roy-Rojewski
(vertaling: Klaas Seinhorst)
*1) Poolse soldaten die in het buitenland vochten was beloofd dat ze als eersten terug mochten keren naar Polen: velen werden echter verbannen, gevangengenomen of vermoord door het nieuwe communistische regime. (kts)