Op initiatief van de anderhalf miljoen leden tellende Liga Obrony Powietrznej I Przeciwgazowej, de Poolse luchtbeschermingsdienst werd in 1937 in Polen begonnen met parachutespringen. In aanwezigheid van talrijke toeschouwers werden op 5 september 1937 in de buurt van Legionowo parachutisten gedropt uit een Fokker E-VIIE/3m. Vervolgens werd de eerste militaire parachutistencursus gestart.
Na de militaire nederlaag in september 1939 werd het Poolse leger in Frankrijk opnieuw geformeerd. Op 13 november 1939 richtte het Poolse ministerscomité een geheime organisatie op, de “Bond voor gewapende strijd”. Deze organisatie had tot doel: “het stichten van centra van daadwerkelijk nationale verzet, het voeren van gewapende acties tegen de bezetter en het voorbereiden van een nationale opstand achter het front op het ogenblik dat het reguliere Poolse leger de grenzen van Polen zou bereiken”. De contacten met Polen zouden onderhouden worden door het inzetten van parachutisten. Door de capitulatie van Frankrijk werd de uitvoering van deze ambitieuze voornemens onmogelijk.
Na de capitulatie van Frankrijk zijn de president van Polen, de opperbevelhebber van het leger en de regering naar Engeland uitgeweken om aan de zijde van Groot-Brittannië de strijd voort te zetten. Op 29 juni 1940 richtte generaal Władysław Sikorski, opperbevelhebber van het Poolse leger, in Engeland de “Bond voor gewapende strijd in Polen” op. In een memorandum van juli 1940 over de inschakeling van luchtstrijdkrachten en het leger ter ondersteuning van de opstand in Polen werd gepleit voor het instellen van opleidingscentra voor verbindingsofficieren, voor specialisten in het plegen van sabotagedaden en voor het opleiden van parachutisten. Ook werd uitvoerig gepleit voor het formeren van eenheden parachutisten die snel boven Polen gedropt konden worden.
Op 23 augustus 1940 werd in het militaire kamp van de Canadese Officiers Kader Brigade in Eliock in Schotland de 4e Kader Infanterie Brigade geformeerd. Kolonel Sosabowski werd commandant van deze brigade. In september 1940 begon de opleiding van sabotage-specialisten die in Polen ingezet zouden worden. De eerste groep officieren van de 4e Kader Infanterie Brigade (BKS) volgde de sabotagecursus in het opleidingscentrum SOE in Inverlochy Castle (Schotland).
Op 10 oktober 1940 gaf generaal Sikorski een dagorder uit over de voorbereiding van een opstand in Polen. De order bevatte concrete instructies voor de ondersteuning en bescherming van de strijders vanuit de lucht en de aanvoer van parachutisten. De eerste Poolse parachutisten-opleiding in het Britse opleidingscentrum in Ringway bij Manchester begon op 28 oktober 1940. Hier werden parachutisten voor de binnenlandse strijdkrachten opgeleid die vervolgens in januari 1941 de sabotagecursus voor in het centrum van de SOE in Briggens volgden. In de nacht van 15 op 16 februari 1941 vertrok het eerste vliegtuig vanuit Engeland naar Polen met aan boord drie Poolse parachutisten. Deze sprongen bij de plaats Skoczów. Hun opdracht was steun te geven aan het verzet.
Op 15 maart 1941 opende de 4e Kader Infanterie Brigade het centrum voor de opleiding van parachutisten in Largo House (Schotland). Dit oefencentrum stond bekend als ” Małpi Gaj ”, het Apenbosje.
De Polen richten in augustus in Lundin Links, in de buurt van het Largo House, een oefentoren op waarvan gesprongen kan worden. Dit type oefentoren diende tot voorbeeld bij de Britse parachutistenopleiding.
Op 20 juni 1941 keurde generaal Sikorski het ontwerp van het Poolse parachutisteninsigne goed. Dit ontwerp was gemaakt door de bekende Poolse graficus sergeant Marian Walentynowicz.
Het stelt een adelaar in een duikvlucht voor, met aan de achterzijde gegraveerd het devies: “Tobie Ojczyzno” (Voor U Vaderland). Dit insigne was bestemd voor soldaten die een parachutistenopleiding gevolgd hadden. Voor de parachutisten die in een parachutistenactie daadwerkelijk aan de strijd hadden deelgenomen werd aan dit insigne een gouden lauwerkrans, die de duikende adelaar in zijn klauwen vasthoudt, toegevoegd.
Op 23 september 1941 werd in Kincraig in Schotland voor het eerst een echte Poolse luchtlandingoefening gehouden. Hierbij werd in aanwezigheid van generaal Sikorski de gehele 4e Brigade gedropt.
Na de geslaagde oefening besloot generaal Sikorski de naam van de 4eKader Infanterie Brigade te veranderen in Parachutistenbrigade. Deze was bestemd voor gevechtsacties in Polen. Tevens werden daarbij voor het eerst parachutisteninsignes uitgereikt. 23 September werd ingesteld als “Dag van de Brigade”. Generaal Sikorski liet op 9 oktober 1941 een dagorder uitgaan waarbij de Poolse Parachutisten Brigade officieel werd opgericht. Kolonel Stanisław Sosabowski werd commandant van de Brigade.
Op 8 september 1942 tekende de commandant van de Poolse Binnenlandse Strijdkrachten, de A.K., brigadegeneraal Stefan Rowecki operatierapport nr.154 betreffende de Algemene Opstand. Hierin werd er van uitgegaan dat een eventuele opstand in Polen vanuit het Westen ondersteuning zou krijgen van Poolse parachutisten.
De brigade kreeg op 20 oktober 1942 officieel de naam van 1e Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade (1 SBSpad). Ze stond ter beschikking van de opperbevelhebber van de Poolse Strijdkrachten.
De Poolse parachutistenschool kreeg steeds meer ervaring. Ze ontwikkelde nieuwe instructiemethoden en kreeg betere voorzieningen. Verschillende nationaliteiten waaronder zelfs Nederlanders maakten met succes gebruik van het Poolse parachutistencentrum.